2025-01-10

chottobenkyou: (Default)
2025-01-10 12:19 pm

Dutch: Grammar words.

courtesy of dutchpod101.

de taal : language
de vraag : question
het antwoord : answer
het werkwoord : verb
het bijwoord : adverb
het zelfstandig naamwoord : noun
het bijvoegelijk naamwoord : adjective
het lidwoord : article
het geslacht : gender
de uitspraak : pronunciation
het schrift : writing
de lezing : reading
de woordenschat : vocabulary
de grammatica : grammar
de verbuiging : declension
de zin : sentence
het zinsdeel : phrase
de klinker : vowel
de medeklinker : consonant
het enkelvoud : singular
het meervoud : plural
de toevoeging : suffix

Examples. )
chottobenkyou: (Default)
2025-01-10 12:52 pm

5 Dutch vocab | 13.

buiten : outside
verschillend : different
de bril : glasses
eigen : own (as in one's own)
het gebouw : building

Oefenen. )